Elburg
-
© Baukje Faber De oude vissershaven
-
Muurhuisje van bij de Mheenpoort Elburg
© Willem van LoenenHet Muurhuisje bij de Mheenpoort
-
Het weduwen hofje met de waterpomp.
© Willem van LoenenHet weduwenhofje
-
© Baukje Faber De gracht rondom de vesting
-
© Baukje Faber De Krommesteeg
-
© Baukje Faber De Vischpoort
-
© Baukje Faber De oude vissershaven
-
Muurhuisje van bij de Mheenpoort Elburg
© Willem van LoenenHet Muurhuisje bij de Mheenpoort
Van kleine nederzetting aan de Zuiderzee tot vestingstad
Tot eind dertiende eeuw is Elburg een langgerekte nederzetting. In het midden loopt de voor die tijd vrij brede Oldestraat (Ellestraat). Uit een oorkonde uit 1331 is bekend dat de oude stad omringd was door een gracht en hoogstwaarschijnlijk ook door een houten palissade. Om de jonge stad tegen indringers en de oprukkende Zuiderzee te beschermen, geeft de hertog van Gelre zijn rentmeester Arent thoe Boecop in 1392 opdracht om de stad ‘te versetten’. Hij ontwerpt een stad van ca. 415 bij 250 meter met een recht stratenplan die het oude Elburg gedeeltelijk overlapt. De stad bestaat uit vier kwartieren die gescheiden worden door een weg (Jufferenstraat-Vischpoortstraat) en een waterweg (de Beek) dwars door de stad. Het ontwerp past bijna naadloos op de Gulden Snede, de ideale verhouding van alles, ook in de bouwkunst. In de uiterst korte periode van vier jaar wordt de stad ommuurd en wordt er een gracht om de nieuwe stadsmuur heen gegraven.