Hoge Enk

De Hoge Enk is een dorp ten zuiden van Elburg. Vroeger heette het dan ook Zudendorp. Ook de naam Hoge Enk is al heel oud en werd tegelijkertijd gebruikt. In 1313 wordt voor het eerst geschreven over ‘hoghen enge’. De naam verwijst naar een hoge gelegen gebied (de enk) gelegen tussen lagere polders of broeklanden. Je moet je daar geen terp of wierde bij voorstellen maar je ziet nog altijd duidelijk een verhoging. Als je via de Stadsweg van ’t Harde naar de Hoge Enk fiets, rijd je op de ruggengraad van die verhoging en zie je naar links en rechts de landerijen langzaam lager worden. Deze hogere zandrug kent al een hele oude bewoning. Halverwege ’t Harde en de Hoge Enk ligt het buurtschap Aperloo, maar een paar boerderijen groot maar heel oud. Hier zijn in de 19e eeuw Voor-Romeinse vondsten gedaan en ook aan de vormen in het landschap is te zien dat hier al rond het jaar 1000 n.C. mensen moeten hebben gewoond. Op oude kaarten zie je al een weg van Elburg naar de Hoge Enk lopen. Dit was een notoire route, de Gerichtenweg was namelijk de plek waar de galg stond. De naam van de weg verwijst daar ook naar, de plek waar het recht werd voltrokken.

De Bijenkamp

Op de akkers van de Hoge Enk werden in de Middeleeuwen voornamelijk haver en rogge verbouwd, maar vanaf de zestiende eeuw werd daar ook boekweit aan toegevoegd. Dit gewas gedijde goed op de arme zandgronden. Boekweit was echter wel weersgevoelig; na een nachtvorst kon de hele oogst van dat jaar verloren gaan. Daarom werd het gewas ook wel "jammerkoren" genoemd. Tegelijkertijd ontwikkelde zich de bijenhouderij. Voor de bestuiving van de boekweit waren bijen van onschatbare waarde en bijen die zich tegoed hadden gedaan aan boekweit leverden bovendien heerlijke honing op. Imkers hadden soms wel meer dan honderd korven, een mooie aanvulling op de inkomsten. Op de Hoge Enk werd zelfs een akker naar de bijen genoemd; De Bijenkamp. De imker van het buurtschap heette in 1812 Ganglof Willemsen. In november van dat jaar liet hij op het gemeentehuis van Doornspijk zijn aangenomen geslachtnaam registreren, hij had een toepasselijke naam gekozen; Honing. Vandaag de dag staat er een woonwijk op dat stuk land en herinnert alleen de straatnaam Bijenkamp nog aan die bron van inkomsten.